De VNG, het rijk, Firevaned en Ieder(in) hebben bestuurlijke afspraken gemaakt hoe om te gaan met Wmo-hulpmiddelen voor cliënten die verhuizen naar een zorginstelling maar regelmatig thuis zullen logeren. Hiermee geven ze gehoor aan een motie van de Tweede Kamer.
Juridisch gezien hebben gemeenten het recht om de Wmo-hulpmiddelen in te nemen als een cliënt naar een Wlz-instelling verhuist. Lange tijd werd deze situatie informeel opgelost, maar na een incident waarbij dit niet goed kon worden geregeld, vroeg de Tweede Kamer de minister om hierover bestuurlijke afspraken te maken. Het betreft vooral een groep verstandelijk en lichamelijk gehandicapten die hun jeugd thuis in gezinsverband hebben gewoond en als volwassene naar een Wlz instelling gaan, maar nog regelmatig thuis logeren. Het kan ook gaan om een zeer beperkte groep ouderen.
De Kamer sprak bij motie uit dat Wmo-hulpmiddelen die mensen met een beperking gebruiken thuis moeten blijven staan, wanneer zij verhuizen naar een intramurale instelling. Wanneer deze mensen regelmatig thuis logeren, moeten ze de hulpmiddelen die ze niet vanuit de instelling kunnen meenemen (denk aan een douchestoel, tillift of traplift) thuis kunnen gebruiken.
Gemeenten krijgen financiële compensatie in het gemeentefonds voor de extra kosten die zij moeten maken om hulpmiddelen voor mensen die intramuraal wonen en regelmatig thuis logeren, thuis te laten staan. De VNG kreeg de vraag of er in deze situatie een (nieuwe) beschikking moet worden afgegeven aan de client. Het advies is om dat niet te doen, maar te volstaan met een brief waarin de gemaakte afspraken staan.
De afspraken gelden zowel voor cliënten die verhuizen naar een intramurale instelling als voor cliënten die verhuizen naar een met een door een Wlz-pgb gefinancierd wooninitiatief. Wanneer de cliënt naar een instelling buiten de gemeente verhuist, blijft de gemeente waar het logeeradres is, verantwoordelijk voor het laten staan van bepaalde hulpmiddelen op het logeeradres. Deze bestuurlijke afspraken sluiten niet aan bij artikel 1.2.1 sub a van de Wmo waarin staat dat het college een maatwerkvoorziening alleen hoeft te leveren aan een ingezetene van zijn gemeente.
Overigens speelt deze kwestie niet alleen bij Wmo- maar ook bij Zvw-hulpmiddelen. Daarover konden echter geen bestuurlijke afspraken met ZN worden gemaakt omdat dit alleen kan worden geregeld via een nieuwe aanspraak.