Het is het CIZ de afgelopen maanden niet gelukt om de achterstanden weg te werken. De organisatie moet binnen zes weken beoordelen of mensen in aanmerking komen voor een Wlz-indicatie. Zij slaagt daar in bijna een kwart van de gevallen niet in. Het aantal dossiers dat op de plank ligt, neemt toe. Toch zijn er pogingen gedaan om aanvragen, die te lang blijven liggen, weg te werken.
Het was al bekend dat de mensen, die een aanvraag deden voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), te lang moeten wachten. Inmiddels zijn ook de problemen op andere dossiers groter geworden. Het CIZ heeft nu zo’n 14.000 aanvragen liggen. Om de zaken snel genoeg te kunnen beoordelen, zouden dat er hooguit 8000 moeten zijn. Van de onbehandelde dossiers zijn 3000 GGZ-dossiers. Dat zijn er drie keer meer dan het CIZ aankan.
Zorgminister Hugo de Jonge schrijft in een brief aan de Kamer dat het mis ging doordat er meer mensen dan voorzien een aanvraag deden voor de GGZ. Om die achterstand weg te werken zijn extra medewerkers ingezet. Dat ging ten koste van andere aanvragen. In de huidige arbeidsmarkt lukt het niet om snel genoeg nieuw personeel aan te nemen. Gevolg is dat mensen tien weken of zelfs langer op een beoordeling wachten.
Minister De Jonge verwacht dat de problemen bij het CIZ nog maanden zullen aanhouden. De organisatie heeft een project opgezet om efficiënter te werken. Zij leiden ook sneller personeel op en werken nauwer samen met gemeentes en zorgaanbieders. Een mogelijkheid om binnen zeven dagen een besluit te ontvangen is gestaakt en een groep aanvragen, die doorgaans toch wordt toegekend, wordt versneld behandeld. De hoop is dat tegen het eind van het jaar het CIZ weer ten minste 95 procent van de aanvragen binnen de wettelijke termijn van zes weken beoordeelt.