Amsterdam wil hulp van het Rijk bij de ondersteuning van dak- en thuislozen. In de stad wachten 2000 (jong)volwassenen en gezinnen op een opvangplaats. Dat aantal is het dubbele van tien jaar geleden en Amsterdam kent daarmee langere wachtlijsten dan waar ook in Nederland.
De betrokken wethouders Simone Kukenheim en Laurens Ivens hebben samen met topmensen uit de woningbouw en de opvanginstellingen een brandbrief met die strekking geschreven aan minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) en staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS). “Dakloosheid is een groot probleem in Amsterdam en de grens van wat wij zelf kunnen oplossen is bereikt. We hebben hulp uit Den Haag en de rest van het land nodig. Als iemand eenmaal op straat belandt, is het heel moeilijk om weer uit die situatie te komen”, aldus Kukenheim. Het Rijk moet bijspringen met extra maatregelen voor de woningnood, landelijke spreiding van dak- en thuislozen en structurele financiering van de hulp, zo betogen de opstellers van de brief.
De wethouders maken tegelijk een plan van aanpak voor de komende vier jaar bekend. Zo komt er een daklozenkantoor waar mensen hulp kunnen zoeken. Ook zet Amsterdam in op vroege signalering van dreigende problemen, om snel te kunnen ingrijpen en te voorkomen dat mensen afglijden.
De oorzaken van dakloosheid zijn veelzijdig: de veranderingen in de GGZ en forensische zorg, de groeiende kansenongelijkheid en de krappe woningmarkt in de stad. De coronacrisis heeft de toename van werkloosheid en economisch daklozen nog eens versneld. De wachttijden voor onderdak en begeleiding zijn gestegen en er is niet genoeg geld om alle kwetsbare Amsterdammers te helpen. Het nieuwe programma kan daarom alleen slagen met assistentie van het Rijk, aldus de wethouders.