Wie wil sporten maar een fysieke beperking heeft, wordt voor de vergoeding van hulpmiddelen vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Zo verwijzen zorgverzekeraars naar gemeenten en vice versa. In Nederland doen daardoor tienduizenden mindervaliden niet aan sport. Dat zegt Kenniscentrum Sport & Bewegen in Trouw op basis van eigen onderzoek.
Er is volgens het centrum sprake van willekeur. “In een rolstoelbasketbalteam zitten meestal spelers uit verschillende gemeenten. Sommigen krijgen de rolstoel volledig vergoed, teamgenoten krijgen helemaal niks”, aldus Lonneke Schijvens. Zorgverzekeraars vergoeden protheses volgens haar meestal alleen voor algemeen dagelijks gebruik, niet voor sport alleen. “Door overschrijdingen op de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en bezuinigingen zijn ook gemeenten strenger geworden bij de beoordeling.”
Naast rolstoelen en protheses gaat het bijvoorbeeld om ligfietsen, handbikes en aangepaste zadels voor paardrijden. De bedragen lopen op tot meer dan 10.000 euro. Omdat de meeste sporters de hulpmiddelen niet kunnen betalen, voldoet volgens het centrum maar 9 tot hooguit 27 procent van de mensen met een beperking aan de beweegrichtlijn. “Van de doelgroep van zo’n 80.000 die bij sporten zijn aangewezen op een hulpmiddel, blijven er tienduizenden langs de kant staan”, aldus Schijvens in de krant.