Een persoonsgebonden budget (pgb) mag worden gebruikt om zorg in te kopen in de lidstaten van de Europese Unie. Dit heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld in zijn uitspraak van 16 april 2018.
De betrokkene in deze zaak heeft een zorgzwaartepakket op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Hij heeft het Zorgkantoor verzocht om de zorg in natura om te zetten in een pgb, omdat hij het pgb wilde gebruiken om zorg in te kopen van een in Nederland gevestigd bedrijf dat de zorg in Portugal verleende. Het Zorgkantoor heeft dit geweigerd. Volgens de nationale wetgeving kan bij verblijf buiten Nederland slechts gedurende dertien weken per jaar zorg worden ingekocht met een pgb en die zorg moet een voortzetting zijn van in Nederland gestarte zorg. Dat was bij betrokkene niet het geval. De rechtbank gaf het Zorgkantoor gelijk. Betrokkene is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gegaan bij de Centrale Raad van Beroep.
Strijd met EU-recht
In hoger beroep gaat het om de vraag of de bedoelde maximum termijn van dertien weken en de eis van voortzetting van de in Nederland gestarte zorg in strijd zijn met het recht van de Europese Unie, namelijk het recht op vrij verkeer van diensten. De Centrale Raad van Beroep is van oordeel dat dit het geval is.
Het staat mensen die zorg willen inkopen met een pgb vrij om zich te wenden tot een dienstverlener die in een andere EU-lidstaat is gevestigd of daar zijn diensten aanbiedt. De voorwaarden dat het inkopen van zorg in het buitenland met een pgb slechts mogelijk is gedurende dertien weken per jaar en alleen als voortzetting van in Nederland gestarte zorg, schrikken echter af om dit te doen. Die voorwaarden gelden ook niet voor gebruik van het pgb voor vergelijkbare zorg in Nederland. Die voorwaarden vormen dus zowel voor mensen die zorg nodig hebben als voor dienstverleners een belemmering van het vrij verrichten van diensten.
Deze belemmering is niet gerechtvaardigd. Het Zorgkantoor en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben niet aannemelijk gemaakt dat het schrappen van de bedoelde voorwaarden de toegang tot de (gezondheids)zorg in Nederland in gevaar zou brengen. Daarom was de weigering om aan betrokkene een pgb te verlenen om zorg in te kopen in Portugal in strijd met het recht op vrij verkeer van diensten.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep betekent overigens niet dat er geen beperkingen zijn aan de besteding van pgb-gelden in het buitenland. Om aanspraak te kunnen maken op een pgb, zoals in het geval van betrokkene, geldt nog steeds dat iemand zodanige duurzame banden van persoonlijke aard moet hebben met Nederland dat hij naar de omstandigheden beoordeeld in Nederland woont en op die grond verzekerd is ingevolge de AWBZ.
Opnieuw beoordelen
De Centrale Raad draagt het Zorgkantoor op om te beoordelen of het pgb alsnog aan betrokkene wordt verleend voor de inkoop van zorg in Portugal of dat er andere redenen zijn om dit te weigeren.