Het is officieel: op 1 juli 2023 wordt de looptijd van de wettelijke schuldsanering (Wsnp) gehalveerd van drie naar anderhalf jaar. Vanaf die datum zal de basis voor elk nieuw Wsnp-traject de 18 maanden termijn zijn. Dit liet minister Weerwind afgelopen vrijdag weten in een kamerbrief.
De aanpassing van de wettelijke schuldsaneringstermijn van 36 naar 18 maanden heeft ook direct gevolgen voor een schuldregelingsaanbod in de Msnp en saneringskredieten. Ook deze gaan van 36 maanden naar 18 maanden.
Nu bekend is dat vanaf 1 juli de basis voor een Wsnp-traject 18 maanden is, kan vanaf vandaag ook zonder voorbehoud een minnelijk schuldregelingsaanbod gedaan worden van 18 maanden. Als schuldeisers een aanbod met 18 maanden afwijzen, dan kan op 1 juli via de Wsnp alsnog een sanering met de kortere looptijd uitgesproken worden.
Let er wel op dat het schuldregelingsaanbod Wsnp-proof is. Dat betekent dat de voorwaarden, verplichtingen, controle op de verplichtingen en de afloscapaciteit in ieder geval gelijk moeten zijn aan de Wsnp. De verwachting is namelijk dat daar strenger naar gekeken wordt dan voor 1 juli 2023.
Een lopende minnelijke schuldregeling is een afspraak tussen schuldenaar en schuldeisers. In de onderhandelingsfase worden afspraken gemaakt over o.a. de looptijd en de hoogte van de afloscapaciteit. Vanaf het moment dat iedereen akkoord is staan deze afspraken vast en zijn beide partijen daaraan gebonden. Het aanpassen van de afspraken, en dus ook het aanpassen van de looptijd van een schuldregeling, kan alleen met toestemming van alle partijen.
Vaak treedt een schuldhulpverlener (bijv. de gemeente) op als bemiddelaar (net zoals een makelaar dat doet bij een woning). Zo’n bemiddelaar is geen partij bij de overeenkomst en kan de afspraken die zijn gemaakt niet zonder toestemming van alle partijen aanpassen. Wel is het mogelijk om opnieuw te onderhandelen met de schuldeisers over een kortere looptijd.
De minister geeft ook duidelijkheid aan hen die nu al in een Wsnp traject zitten. Hij geeft aan dat er geen mogelijkheden zijn om obv deze wetswijziging de reeds lopende Wsnp-trajecten te verkorten.
Weerwind: ”Ik ben me er van bewust dat dit voor een burger die in een lopend Wsnp-traject zit als moeilijk zal worden ervaren. Dit is mede reden geweest om de wet zo spoedig mogelijk in te voeren, zodat het aantal personen waarvoor dit geldt zo beperkt mogelijk wordt gehouden.”
Als de cliënt voorafgaand aan de Wsnp al aflossingen gedaan heeft in het kader van de minnelijke schuldregeling, dan kan de Wsnp-termijn gaan lopen vanaf het moment van die eerste aflossing. Dat is anders dan nu: op dit moment start de Wsnp op de datum van de uitspraak door de rechter. Het wordt daarom belangrijk om extra aandacht te besteden aan het Wsnp-proof maken van het schuldregelingsaanbod (voorwaarden, verplichtingen, controle op de verplichtingen, afloscapaciteit enz.).
Bij toelating tot de Wsnp toetst de rechter of iemand “te goeder trouw” is geweest. Daarvoor kijkt de rechter nu tot 5 jaar terug. Deze wetswijziging verkort de termijn naar 3 jaar.
Hiermee krijgen ook cliënten die al eerder in de Wsnp hebben gezeten, een tweede kans. Op dit moment mag iemand na een Wsnp 10 jaar lang niet opnieuw in de Wsnp.
Als een cliënt geen mogelijkheden heeft of als er andere redenen zijn waarom een Msnp niet kan lukken, hoeft er niet meer eerst een voorstel aan de schuldeisers gedaan te worden. Er kan dan direct een Wsnp-verzoek ingediend worden. Bijvoorbeeld als een van de schuldeisers vooraf al heeft laten weten niet in te stemmen met een schuldregeling. Of als het door dakloosheid of een echtscheiding niet mogelijk is om binnen afzienbare tijd een volledig beeld te krijgen van alle schulden.