De hulp aan mensen die na een gevangenisstraf terugkeren in de maatschappij schiet tekort. Veel gemeenten hebben hun regiefunctie niet op orde, waardoor de kans op terugval in de criminaliteit groter wordt.
Volgens de Landelijke Cliëntenraad (LCR) is de basis voor re-integratie van ex-gedetineerden vaak niet voldoende. Gemeenten horen de regie te voeren over de verschillende instanties waarmee deze groep te maken krijgt, maar op vijf terreinen is sprake van ‘aanzienlijke problemen’, schrijft de LCR in zijn publicatie Nieuwe start na detentie.
Mensen komen na hun vrijlating zonder iets op straat te staan, terwijl het hebben van onderdak en een baan juist belangrijk zijn voor het voorkomen van recidive. Maar uit onderzoek blijkt dat slechts één op de vijf ex-gedetineerden na twee jaar werk heeft, in de helft van de gevallen is dat ook nog eens tijdelijk (uitzend)werk.
‘Er zijn uitzonderingen, maar er kan gerust worden vastgesteld dat er geen landelijk dekkend integraal stelsel van dienstverlening bestaat’, stelt de Landelijke Cliëntenraad. ‘In veel gevallen kan geen maatwerk worden geleverd aan ex-gedetineerden. Dit is wel nodig.’
Om een nieuwe start te kunnen maken is ondersteuning nodig bij het regelen van zaken als een identiteitsbewijs en een bankrekening, een uitkering of werk, huisvesting, schulden en zorg. In de praktijk blijken dit vaak obstakels te zijn voor een goede terugkeer in de samenleving. De LCR noemt dit ‘ernstig’.
Daarnaast is het nodig een aanbod voor kortgestraften (3 tot 4 maanden detentie) te ontwikkelen omdat dit niet of nauwelijks bestaat en juist deze groep een hoge recidive kent, aldus de LCR.