Meer dan 25% van de kinderen heeft minstens één ouder met psychische problematiek en ruim 200.000 kinderen groeien op in armoede. Daarnaast wonen veel kinderen in te krappe woningen. Ouders in een kwetsbare positie beschikken vaak over een minder sterk sociaal netwerk waar zij op terug kunnen vallen. Kinderen die opgroeien in dergelijke omstandigheden lopen een verhoogd risico om zelf problemen te ontwikkelen. Niet alleen nu, maar ook in hun volwassen leven.
De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) pleit in het advies ‘Kinderen uit de Knel‘ voor een nieuwe aanpak in de hulpverlening aan ouders. Enerzijds moeten de belangen van kinderen consequent worden meegewogen bij beslissingen over ouders die van invloed zijn op bijvoorbeeld wonen, schulden en zorg. Anderzijds moet hulpverlening zo worden ingericht dat sociale netwerken worden versterkt. Deze nieuwe aanpak met betrekking tot de hulpverlening aan ouders zal het beroep op jeugdhulp verminderen. De RVS heeft het advies opgesteld op verzoek van demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen voor Jeugd en Preventie en biedt het advies op 6 december aan hem aan.
De context waarin kinderen opgroeien is van invloed op hun ontwikkeling. Ouders hebben in deze context een belangrijke rol: als ouders problemen hebben op het gebied van bijvoorbeeld wonen, gezondheid of inkomen, werken deze door naar de kinderen. Daarom richt de Raad zich in dit advies specifiek op de levensdomeinen van ouders. Deze vernieuwde focus is essentieel voor het slagen van de doelstellingen van de Hervormingsagenda Jeugd. Nu wordt er onvoldoende rekening gehouden met de belangen en het welzijn van kinderen wanneer er belangrijke beslissingen over ouders worden genomen. Bijvoorbeeld bij de start van schuldhulpverlening, toegang tot ggz of het toewijzen van sociale huurwoning. De Raad bepleit dat de belangen van kinderen direct worden meegewogen vanaf het moment dat een ouder zich meldt met een hulpvraag. En niet pas wanneer de situatie escaleert of er zorgen zijn over de veiligheid van het kind.
De Raad adviseert om in wet- en regelgeving en beleid, maar ook in de uitvoering daarvan consequent rekening te houden met de rechten en belangen van kinderen. De invoering van een Kinderrechtentoets is een concrete stap die helpt om de impact van wetgeving op de belangen van kinderen in beeld te brengen. Dit moet allereerst gebeuren op domeinen zoals wonen, inkomen en gezondheid: als ouders op deze domeinen problemen ondervinden komt het welzijn van kinderen onder druk te staan. Het is volgens de Raad aan het kabinet om het initiatief te nemen, mogelijk met gebruik van de expertise van de Kinderombudsman. Dit zorgt ervoor dat gemeenten en uitvoerende organisaties invulling kunnen geven aan de borging van de kinderrechten .
De Raad adviseert ook om te investeren in sociale netwerken van ouders. Sociale netwerken zijn belangrijk en vormen een vangnet bij problemen. Hulpverlening en zorg moeten zodanig worden ingericht dat zij bijdragen aan het versterken van netwerken. Bijvoorbeeld door vaker groepsgewijs te werken en de vorming van sociale netwerken onderdeel te laten zijn van de hulpverlening zoals bij CenteringZwangerschap. Bovendien moeten bestaande drempels in de financieringssystematiek worden weggenomen, zodat hulpverlening groepsgewijs kan worden georganiseerd. Daarnaast stelt de Raad voor om het welzijnswerk te verstevigen en buurtinitiatieven de wind mee te geven, zodat ook in wijken gewerkt kan worden aan het versterken van sociale netwerken. Sterke sociale netwerken van ouders dragen bij aan het gezond en veilig opgroeien van hun kinderen.