De Tweede Kamer heeft afgelopen week een motie aangenomen over het beëindigen van resultaatsgericht beschikken zonder tijdsindicatie. De motie verzoekt de staatssecretaris om met gemeenten af te spreken dat zij vanaf 1 januari 2024 alleen nog maar Wmo-ondersteuning met tijdsindicatie inzetten. Ook moeten geldende beschikkingen zonder tijdsindicatie op termijn alsnog een tijdsindicatie krijgen.
Deze motie volgt op het besluit van de staatssecretaris om het wetsvoorstel over resultaatsgericht beschikken in te trekken. Op 16 oktober heeft de staatssecretaris dit besluit toegelicht in een Kamerbrief. Tweede Kamer en staatssecretaris zijn tot de conclusie gekomen dat resultaatsgericht beschikken zonder tijdsindicatie in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel.
Dit heeft de Centrale Raad voor Beroep (CRvB) al eerder in meerdere uitspraken geoordeeld. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat het voor burgers duidelijk moet zijn op hoeveel uur ondersteuning zij kunnen rekenen. Dit moet onderdeel zijn van de beschikking.