De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor elk kind dat in Nederland verblijft van wie de ontwikkeling en opvoeding gevaar loopt. Dat geldt dus ook voor kinderen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben maar hier wel, met of zonder verblijfsvergunning, wonen.
Vorig jaar augustus was de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) betrokken bij Lili en Howick, twee kinderen die in Nederland verbleven zonder verblijfsvergunning en zonder gezaghebbende ouder. Hun moeder was uitgeprocedeerd en kort daarvoor, zonder haar kinderen, uitgezet door Dienst Terug& Vertrek (DT&V) naar Armenië, het land van herkomst. De kinderen waren inmiddels ondergedoken en bleven dus achter zonder verzorgende ouder. Omdat zij mede daardoor in een zeer kwetsbaar situatie verkeerden, heeft de RvdK een beschermingsmaatregel verzocht bij de kinderrechter.
Voor de jongen Amir, die een ongeneeslijke stofwisselingsziekte heeft en met zijn ouders in een asielzoekerscentrum verbleef, is de RvdK eveneens in actie gekomen. Veilig Thuis had hem aangemeld bij de RvdK omdat hij ernstig ziek zou zijn en er duidelijke signalen waren dat de ouders de verzorging niet aan konden. De meervoudig gehandicapte jongen werd door een verzoek van de RvdK voor korte tijd geplaatst in een zorginstelling in Bedum.
Veilig Thuis
Uit recente nieuwsberichten blijkt dat kinderen van asielzoekers met een ernstige ziekte of handicap zwaar hebben te lijden onder de woonomstandigheden in asielzoekerscentra. Hulpverleners, artsen en vertrouwenspersonen onderschrijven dit beeld in een onderzoek van RTL Nieuws. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) zegt ‘in het algemeen alles te doen binnen de mogelijkheden die er zijn om kinderen een veilig en goed thuis te kunnen bieden'. Het COA erkent kinderen als specifieke kwetsbare groep en onderschrijft de mening dat de organisatie verantwoordelijkheden heeft voor deze groep, ook al blijven ouders primair verantwoordelijk voor hun kinderen. Gaat het niet goed met kinderen, zoals in geval van kindermishandeling, dan meldt het COA dit bij Veilig Thuis.
Bijzondere aandacht was er ook voor Zuzu, een Iraakse jongen met het down-syndroom. Hij woont met zijn moeder en broer in een kleine woonruimte van slechts twaalf vierkante meter in het asielzoekerscentrum van Amersfoort . Behandelaars en hulpverleners van Veilig Thuis en zorginstelling de Amerpoort dringen aan op een betere plek. Vanwege de ernstige zorgen over de opgroei - en opvoedsituatie van Zuzu, is de RvdK ingeschakeld.
Duurzame oplossing
Als een kind in Nederland mogelijk ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, is het de taak van RvdK onderzoek te doen naar de omstandigheden van het kind en zijn gezin. In het onderzoek betrekt de RvdK de ouders, het kind en de betrokken ketenpartners om te bekijken hoe de belangen van deze kinderen zo goed mogelijk gewaarborgd kunnen worden. Om de rechten van het kind te waarborgen, kan de RvdK om een maatregel vragen.
De RvdK is van mening dat er snel duidelijkheid moet komen over het perspectief en dat er gezamenlijk gezocht wordt naar een duurzame oplossing. Ook bij onderzoeken voor kinderen zonder de Nederlandse nationaliteit blijft voor de RvdK het belangrijkste uitgangspunt om op te komen voor elk kind dat in Nederland verblijft en van wie de ontwikkeling en opvoeding gevaar loopt.