Het kabinet wil de komende jaren korte metten maken met boekhoudkundige fouten en fraude in de gezondheidszorg. Zorgverleners kunnen bekende fraudeurs straks onder meer in een 'waarschuwingsregister' laten opnemen, zodat andere aanbieders op hun hoede zijn.
Hoeveel geld voor de zorg in de verkeerde zakken verdwijnt, is onduidelijk. Het gaat om tientallen miljoenen per jaar, maar waarschijnlijk veel meer. Dat hoopt het kabinet terug te dringen met een pakket maatregelen.
Speciale aandacht is er voor de medische specialisten, de ggz, de tandartsen, de wijkverpleging en het pgb. Het kabinet haast zich om te zeggen dat ook in deze sectoren het gros van de zorgverleners te goeder trouw is, maar wijst erop dat er hier veel fraude wordt gemeld. Ook verloopt het declareren van behandelingen vaak moeizaam, maar is daaraan tegelijkertijd ook veel te verbeteren.
Een aantal al voorgenomen maatregelen moet ook helpen de fraude te verminderen. Zo moeten nieuwe zorgaanbieders zich straks melden bij het ministerie en uitleggen hoe ze te werk willen gaan. De inspectie heeft hen dan meteen in de smiezen. Ook worden declaraties die rechtstreeks aan de patiënt zijn gestuurd even scherp gecontroleerd als zorg die wordt gedeclareerd bij de zorgverzekeraar. Verder krijgt toezichthouder NZa, die meer verstand heeft van bedrijfsvoering dan de inspectie, een grotere rol in de fraudebestrijding.
De ministers Hugo de Jonge en Bruno Bruins en staatssecretaris Paul Blokhuis verwachten ook veel van preventie. Bij nieuwe regels en wetten wordt voortaan eerst gekeken of ze niet gevoelig zijn voor fraude. Verder wil het kabinet zorgbestuurders wijzen op hun verantwoordelijkheid. Bestuurders zouden ook meer open moeten staan voor signalen van moedwillige en onbedoelde missers.