Het overgrote deel van de werkenden ziet een hoger nettoloon in januari op het loonstrookje. Er hoeft minder belasting te worden betaald. Ook is de premie voor het pensioen lager.
Ook mensen in de bijstand kunnen rekenen op een hoger netto-inkomen, schrijft minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken aan de Tweede Kamer. Mensen die naast een AOW een pensioen krijgen zien hun inkomen licht dalen. Dat komt doordat de pensioenfondsen hun uitkeringen niet verhogen, terwijl de inkomensafhankelijke zorgpremie stijgt.
Maar door andere ingrepen (zoals een groter belastingvoordeel) zal bij drievierde van de ouderen de koopkracht gehandhaafd blijven, of er iets op vooruitgaan. Een kwart van de ouderen gaat er uiteindelijk op achteruit.
Voor de meeste andere mensen zal de koopkracht in 2018 groter zijn dan dit jaar. Tweeverdieners met grote inkomens en met of zonder kinderen, alleenstaanden met twee keer modaal en alleenstaande ouders met een minimumloon profiteren het meest (tot 0,5 procent meer).
Sommige groepen gaan er licht op achteruit. Bij de werkenden zijn dat alleenverdieners met kinderen met een modaal inkomen (een min van 0,2 procent, zo'n 74 euro). Wat de niet-werkenden betreft, daalt de koopkracht met 0,1 procent bij de alleenstaanden en bij AOW'ers met een aanvullend pensioen van meer dan 10.000 euro.
Na de aanzienlijke daling in 2013 zal er in 2018 voor het vijfde jaar op rij sprake zijn van een algemene verbetering van de koopkracht. Maar de gevolgen van het beleid van het nieuwe kabinet, met de bedoeling de lasten te verlagen, zullen pas vanaf 2019 echt zichtbaar zijn, is de verwachting.