De overheid mocht de opvang van gevluchte derdelanders uit Oekraïne niet voortijdig stoppen. De bescherming eindigt wel op 4 maart, als de Europese afspraken over die groep verlopen. Dat heeft de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, woensdag bepaald.
Bij de derdelanders gaat het om mensen die als buitenlander in Oekraïne werkten of studeerden, en daar een tijdelijke verblijfsvergunning hadden. Toen Rusland het land bijna twee jaar geleden binnenviel, vluchtten ze naar andere landen in Europa. In Nederland en de andere EU-landen kregen ze dezelfde tijdelijke bescherming als Oekraïense vluchtelingen en als derdelanders met een permanente verblijfsvergunning in Oekraïne. Ze mochten hier wonen, werken en studeren, en kwamen in aanmerking voor leefgeld. Het zou om ongeveer 2900 mensen gaan, maar het is niet bekend hoeveel van hen nu nog in Nederland zijn.
Na een paar maanden besloot het kabinet om de derdelanders niet meer te beschermen. De instroom van vluchtelingen uit Oekraïne was te hoog en de derdelanders konden veilig terug naar hun land van herkomst om het einde van de oorlog af te wachten, was de uitleg. Op 4 september afgelopen jaar zou de bescherming definitief eindigen.
Derdelanders vochten dat aan bij rechtbanken, die elkaar in hun vonnissen tegenspraken. Daarom kwam de vraag over de bescherming terecht bij de Raad van State. In afwachting van de uitspraak van woensdag mochten ze sowieso blijven.
De hoogste rechter stelt vast dat Europese landen afspraken hadden gemaakt over bescherming voor Oekraïners en voor derdelanders met een permanente verblijfsvergunning. Daarnaast mochten landen zelf kiezen of ze ook derdelanders met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning zouden opvangen. Nederland heeft daartoe besloten. Die bescherming zou tot 4 maart aanstaande gelden en “de staatssecretaris had geen juridische mogelijkheid om de duur van de bescherming zelf te bekorten”, concludeert de Raad van State.
Na 4 maart moeten de derdelanders wel vertrekken uit Nederland. “Na deze datum hebben deze derdelanders geen recht meer op verblijf in Nederland op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Maar zij kunnen wel een verblijfsvergunning op andere gronden aanvragen, zoals asiel.”
De bescherming van Oekraïners en derdelanders met een vaste verblijfsvergunning loopt tot 4 maart volgend jaar. Afgelopen oktober had Europa hun opvang met een jaar verlengd.