Onder migranten is er een verband tussen meer kennis van de Nederlandse taal en de arbeidspositie. Migranten die zeggen goed Nederlands te spreken hadden vaker een betaalde baan dan migranten die niet of nauwelijks Nederlands spreken. Dat staat in een analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Migranten die de Nederlandse taal zeer goed zeggen te beheersen hadden met 69 procent de hoogste arbeidsparticipatie. Van de migranten die goed Nederlands spreken was dat 62,6 procent en onder de migranten die niet tot redelijk Nederlands spreken, had ongeveer de helft betaald werk.
Het verband heeft onder meer te maken met leeftijd en onderwijsniveau. De Nederlandse taal beter beheersen en een betaalde baan hebben, gaat vaak samen met op jonge leeftijd naar Nederland migreren en een hoger schooldiploma behalen.
Meer dan de helft van de werkende migranten die niet of nauwelijks Nederlands spreken, heeft een baan op het hoogste beroepsniveau. Volgens het CBS gaat het om software- en applicatieontwikkelaars of adviseurs in de marketing, public relations en sales. Een deel van de migranten zijn zogeheten kenniswerkers. Zij werken vaak in een meer internationale werkomgeving waar Engels de voertaal is.
Twee jaar geleden gaf een op de tien migranten aan niet of nauwelijks Nederlands te spreken. Bijna de helft vond zichzelf een zeer goede spreker of heeft Nederlands als moedertaal.